EEN KORT VERHAAL OVER MOED, WANHOOP, POEPEN TUSSEN DE WILGEN EN ALLES BEPALENDE PUTTERS. (short)

landmeter op oosterwold fase 1

MOED

Wanneer liep u voor het laatst een eindeloos kaal aardappelveld op om aan het einde aangekomen, met drie kilo taaie aangekoekte klei aan iedere laars, te bedenken dat u daar een woning voor uw gezin zou gaan bouwen? Daar is heel wat moed voor nodig. Moed en de wens het anders te willen doen. De pioniers van Oosterwold toonden die moed. Ze lieten hun oude huizen achter voordat het nieuwe huis er stond. Voor de meesten de enige manier om het project te kunnen betalen. Ze woonden meerdere seizoenen in yurts of caravans, al dan niet met pasgeboren baby. Zonder riool, maar met eindeloos veel natte klei en eindeloos veel wind. Vechtend met de elementen en een zeer reactieve en impulsieve overheid.

Er gingen veel gedachten door mijn hoofd tijdens mijn bezoeken aan de bouw in die tijd. ‘kleine elite’, waar de Zeeuw van spreekt, was er daar geen van.

WANHOOP

Het dreef mensen dikwijls tot wanhoop. Het dreef mensen soms zelfs uit elkaar. En het bleef de latere instappers ook niet bespaard. In de jaren daarna werkte ik met meerdere opdrachtgevers aan meerdere projecten. Tot en met het laatste project dat we in Oosterwold opleverden bleef de combinatie van een wispelturige overheid, een enorm pakket aan zelf op te lossen procedurele en (steden)bouwkundige zaken en de eindeloze taaie klei (en eindeloze taaie kavelweg-discussies) een enorme belasting voor de nieuwe bewoners. Je zag, eerlijk gezegd, teveel mensen, te dicht bij het vuur.

OVERHEID

Vanaf de eerste informatieavond over Oosterwold is het duidelijk; de gemeente lijkt zich te gaan verslikken in de met veel moed opgetuigde plannen. Er zijn die avond net zoveel kopjes koffie als onbeantwoorde vragen. En het blijft in de jaren daarna overal zichtbaar en voelbaar. 

Door het enorme succes (als veel inschrijvingen succes is) van Oosterwold begon de ambtenarij naar lucht te happen. Men begon problemen die het plan (als voorspeld) kreeg ‘op te lossen’ op verkeerde wijze. Scheurtjes werden in deze tijd barsten. De gemeente begon zich steeds meer te bemoeien met de verkaveling van de grond, begon ontwikkelaars te weren (op eerste gezicht goed, maar het werd daarmee ook zo goed als onmogelijk voor CPO’s om hun plannen uit te rollen. En het zijn juist de groepen die de grotere gebaren in de stedenbouw kunnen maken) en door de prijsstijgingen van de grond en het getoonde lef van de eerdere bewoners veranderde ook de groep bouwers en bewoners. (durf ik al kleine elite te zeggen?). Steeds meer bewoners lijken lak te hebben aan de verplichte stadslandbouw en zaaien grote gazons in. Sommige sturen zelfs mensen weg uit de verplichte doorwaadbare zone rondom hun kavel of bouwen er (twee vliegen in één klap) gewoon een schuurtje in. En dan (b)lijkt de overheid eigenlijk niet zoveel te kunnen doen?

MVRDV, de ontwerper van de onderlegger voor Oosterwold, is dan al jaren niet meer betrokken bij de uitvoering van de plannen; Dat past in de gedachte dat Oosterwold initiatief-gestuurd ontwikkeld moest gaan worden. Het past ook bij de pijn die werd gevoeld bij kennismaking van het plan; In een land zo rijk aan geweldige stedenbouw(ers), landschap(pers) en architectuur wordt even gedaan alsof je ook wel zonder kunt…

onderlegger Oosterwold beeld: MVRDV

EN DAT POEPEN TUSSEN DE WILGEN DAN, EN DIE PUTTERS?

Daarvoor gaan we naar mijn zus. Zij besloot met haar gezin enkele jaren geleden ook de sprong in de klei te wagen. Ook zij ervaarde als geen ander de weerbarstigheid van het proces. Ook zij zette door en we bouwden een prachtig houten huis dat, nu de valse christusdoorn in de patio staat, komende lente volwassen wordt. Gelukkig maar, want ze moeten er allemaal van bijkomen. Maar zij ziet wat de andere bewoners de afgelopen jaren ook zagen en wat hen en haar steeds weer moed en energie geeft om door te gaan. 

NATUUR

Om te voorzien in eigen rioolzuivering koos ook zij voor een zogenaamde helofytenfilter. Een bed van schelpen, zand, stenen en planten waar het rioolwater in gezuiverd wordt. Waar veel mensen kiezen voor riet als beplanting koos mijn zus voor wilgentenen. Je moet je voorstellen dat je gewoon wat wilgentakken in een bed schelpen steekt. Een bed van zo’n vier bij vier meter. De groeikracht van wilgen is fenomenaal en na een paar maanden staat er dan een klein wilgenbosje.

En toen kwamen ze.

Op een dag zit dat poep-wilgen-bosje vol met een zwerm putters. Kwetterend, fladderend en op doorreis. Zomaar. Nouja, ze houden dus van bosjes. Meer dan van aardappelplanten en winterpenen.

En dat is een belangrijk verhaal dat verteld moet worden over Oosterwold. Als je nu het terrein op rijdt waar de eerste projecten werden opgeleverd, rijd je over een volledig groene laan van wilgen en wuivend riet waar het leven uit knalt. Daar waar ooit enkel aardappelen groeiden, groeien, vliegen en zwemmen nu talloze soorten dieren en planten. Je graaft een gat in de grond, het vult zich met water en het wemelt na één seizoen van het leven. Voor complexe natuur essentieel ‘afblijfgebied’ ontstond in Oosterwold automatisch door wanordelijkheid van mens en proces, met alle prachtige gevolgen van dien. 

Het bewijst dat we natuurinclusief kunnen en moeten bouwen. 

Dat we door ergens te verschijnen ook diversiteit in landschap en natuur kunnen bewerkstelligen. En dat DAT de opgave is die we met verve en kunde moeten gaan uitvoeren de komende jaren. 

Met stedenbouwers de volgende keer? Liever wel. 

Met opdrachtgevers die gehoord worden? Dus ook.

Met naleving van vooraf ingestelde regels? Ja natuurlijk.

Met een stukje chaos? Uiteraard!

Met ontwikkelaars?

Dit is een verkorte versie van een langere versie met (nog) meer prosa. Lees dat hier